Gelukkig zijn er velen die zich hiertegen verzetten. Is populariteit een graadmeter voor kwaliteit? Is het snobistisch om ronduit nee te zeggen? Is kwaliteit iets waarover slechts enkelen kunnen oordelen?
Allemaal filosofische vragen, die u zelf thuis mag oplossen.
Want vandaag doe ik even mee met de populariteit. In mijn mailbox kreeg ik namelijk een heel aardig, oud volksgedichtje toegestuurd. Dit gedichtje 'Het Spiegelglas' bleek na wat gegoogle een echte hit op internet te zijn. Vooral bloggers zijn er dol op. Het lijkt wel of je als blogger niet meedoet, zonder dit gedichtje. Daarom doe ik ook snel mee.
Dit volksgedichtje is duidelijk nogal kreupel, zowel van ritme als rijm. Geen hoogstaand literair standje, zogezegd. Zou het dan misschien de inhoud zijn, waardoor dit rijm zo onweerstaanbaar is? Waardoor mensen het niet kunnen nalaten het aan elkaar door te geven? Misschien hoeft een gedichtje niet vloeiend, niet perfect te zijn, om toch iets te raken.
HET SPIEGELGLAS
Er leefde eens heel lang geleden, een boertje werkzaam en tevreden.
Aan weelde was hij niet gewend, een spiegel had hij nooit gekend.
En eens toen hij aan het spitten was, vond hij een stukje spiegelglas.
Aan weelde was hij niet gewend, een spiegel had hij nooit gekend.
En eens toen hij aan het spitten was, vond hij een stukje spiegelglas.
Hij nam't in zijn vereelte hand, 't zat onder't vuil en onder't zand.
Hij veegde't aan zijn broekspijp af en keek er in en stond toen paf.
"Mijn vader", zei hij, "sapperloot, die is al vele jaren dood.
Mijn vader, och die goeie man, hij is het en hij kijkt me an."
Hoofdschuddend stak hij 't in z'n zak, en bekeek het thuis op zijn gemak.
Hij veegde't aan zijn broekspijp af en keek er in en stond toen paf.
"Mijn vader", zei hij, "sapperloot, die is al vele jaren dood.
Mijn vader, och die goeie man, hij is het en hij kijkt me an."
Hoofdschuddend stak hij 't in z'n zak, en bekeek het thuis op zijn gemak.
En hij begon te overleggen, wat zijn vrouw ervan zou zeggen.
Ze was wat bazig zijn Katrien en zou er wel om lachen misschien.
En omdat hij daar zo bang voor was, verborg hij 't onder zijn matras.
Maar telkens ging hij er weer heen. "Mijn vader", zei hij dan tevreên.
Ze was wat bazig zijn Katrien en zou er wel om lachen misschien.
En omdat hij daar zo bang voor was, verborg hij 't onder zijn matras.
Maar telkens ging hij er weer heen. "Mijn vader", zei hij dan tevreên.
Dat wekte argwaan bij z’n vrouw, die het hare er van weten wou
en zodra hij weer de deur uit was, zocht en vond zij 't spiegelglas.
Wat moet hij daarmee, peinsde zij,
en zodra hij weer de deur uit was, zocht en vond zij 't spiegelglas.
Wat moet hij daarmee, peinsde zij,
er moet iets niet in orde zijn! Zij wantrouwde zo haar goede Hein,
dat ze 't omkeerde en keek, doch raakte toen geheel van streek.
"Daar heb je 't nou, ik dacht het wel, er is een andere vrouw in 't spel.
Mijn man, hij heeft geen hart in 't lijf, waarom houdt hij van zo'n lelijk wijf???"
"Daar heb je 't nou, ik dacht het wel, er is een andere vrouw in 't spel.
Mijn man, hij heeft geen hart in 't lijf, waarom houdt hij van zo'n lelijk wijf???"
(Dichter onbekend)
Weet je meer over de herkomst van dit gedichtje? Reageer dan!
Geen opmerkingen:
Een reactie posten