zondag 27 maart 2011

beren

De nieuwe stadsdichter van Rotterdam, Ester Naomi Perquin, heeft haar eerste stadsgedicht geschreven. Een ode op het nieuwgeboren ijsbeertje in Blijdorp, dat na enkele duistere maanden in het hol van moeder (uiteraard vastgelegd op webcam), vorige week aan het publiek in de buitenlucht gepresenteerd kon worden.

Dit aardige gedichtje is in de Diergaarde op posterformaat te bewonderen en in alle vestigingen van Bibliotheek Rotterdam gratis te verkrijgen op een grappig vormgegeven postcard.

'Vicks' heet de witte knuffel, want nu Blijdorp door bezuinigingen ernstig bekort wordt in haar subsidies, heeft zij ostentatief besloten de dieren te vernoemen naar haar commerciële sponsors. Deze in principe wanstaltige daad spreekt tot de verbeelding. Ik verheug me op alle schattige jonge diertjes die nog geboren gaan worden, en op alle sponsoren die hier gretig hun naam aan willen verbinden.

Wat te denken van een gorilla die voortaan gewoon Big Mac heet? Weg met Bokito!
Of een deftig doodshoofdaapje met de naam Louis Vuitton? Een Burberry-luipaardwelpje, een Knorr-schildpad en daarnaast een Dieselotter. Mogelijkheden te over!
Welke vogel biedt zich aan voor de naam WC-eend?

Terug naar de stadsdichter met haar ode op Vicks. Ze lift natuurlijk een beetje mee op de mediahype rondom de enige echte oorspronkelijke witte knuffel: KNUT in de zoo van Berlijn. Deze publiekslieveling vond onlangs op zeer tragische wijze de dood.

Ach, ik weet het niet hoor. Volgens mij hebben ijsberen weinig met poëzie. Soms vraag ik me af of ze buiten de onvermijdelijke bordjes NIET AAIEN wel kunnen lezen.
Vandaar hierbij mijn eigen gedicht voor ongeletterden:

Knoet is goed
Vicks is nicks


Niet mee eens? Reageer!

dinsdag 15 maart 2011

Boeiende gastheer

Voor mij kwam het onverwacht, maar het oude beroemde popidool Henny Vrienten blijkt een groot poëziekenner en een verwoed verzamelaar te zijn. Gezien zijn werk misschien niet eens zo verbazingwekkend, maar dat is achteraf gedacht.

Een half jaar geleden verscheen de bundel: Zwaan kleef aan, waarin Vrienten een bonte verzameling gedichten van velerlei pluimage aan elkaar praat. Als ik het zo zeg, klinkt het weinig aanlokkelijk, maar dat is het juist wél.

Op een heel terloopse, onnadrukkelijke manier weet Vrienten gedichten uit verschillende culturen en verschillende tijden met elkaar in verband te brengen. Zo leidt hij je, meestal wel thematisch, maar soms ook via een enkel trefwoord, van het ene gedicht naar het andere.

En als lezer volg je zijn spoor en valt van de ene verwondering in de andere. Zijn commentaar is kort en bondig en vrij lichtvoetig. Het volgt meestal per twee gedichten, maar soms ook niet, zodat een strak stramien voorkomen wordt. Zo blijft de sfeer natuurlijk en ongedwongen.
Hoe meer je er in leest, hoe verbazingwekkender het wordt, want feitelijk ontpopt Vrienten zich hier als een buitengewoon boeiende gastheer in zijn bibliotheek.

De verzameling is zeker bont, varierend van 13de-eeuws Engels tot 21ste-eeuws Pools, van 19de-eeuws Amerikaans tot 20ste-eeuws Bulgaars. Toch zijn er juist veel overeenkomsten: de meeste gedichten zijn 20ste-eeuws en bijna allen zijn heel toegankelijk. Exorbitante taalexperimenten zijn achterwege gelaten, evenals onnavolgbare, navelstarende verwijzingen. Daarbij geeft hij van enkele gedichten meerdere vertalingen achter elkaar. Dat is altijd verhelderend natuurlijk: te zien hoe verschillend vertalers te werk gaan.

Deze bundel Zwaan kleef aan is verschenen in de serie rainbow essentials van de samenwerkende uitgeverijen Muntinga en De harmonie. Op zich al een mooie serie: kleine stoere deeltjes voor een klein tientje, verzorgd, gebonden en gevarieerd.

En ook te leen in Bibliotheek Rotterdam: op de tweede verdieping bovenaan de roltrap naar links op de afdeling poëzie.